Zie jij het wel eens gebeuren in de speeltuin? Moeders die naar huis willen, maar de kinderen die nog willen blijven. Die nog één keer op de glijbaan willen. Die weglopen en doen net of ze hun moeder niet horen. Ze willen zo heeeeel erg graag nog éééééén keertje in de hoge toren. En het kind straalt als hij wijst naar de toren. En de moeder zwicht. Geeft toe.

 

Kinderen leren heel snel als het zeuren loont en ze weten heel goed hoe ze hun zin kunnen krijgen. Ze kunnen bijvoorbeeld heel goed vragen en doorgaan als ze iets willen. Ze houden dat vaak veel langer vol dan volwassenen. Hoe veel keer durf jij om loonsverhoging te vragen, als je dat wil? Precies, wij vragen het hooguit één keer. Kinderen durven wel tien keer te vragen. Wat overigens een hele mooie kwaliteit is als je loonsverhoging wil. We leren ze dus eerste dingen af, die ze later weer nodig hebben. Is dat slim?

Hoe kun je zorgen dat je als moeder je grenzen duidelijk stelt?

Ten eerste: weet goed waar je eigen grenzen liggen en hou je daar aan. Dat is makkelijk gezegd, maar het is iets waar iedereen die het beste wil voor zijn kind nog wel eens twee keer over na moet denken.

Als je het niet helder hebt, ben je voor een kind net een fruitmachine. Je gooit er een muntje in, je krijgt resultaat of niet. Je gooit er weer een muntje in, en je krijgt resultaat of niet. Omdat ze soms resultaat krijgen en het onduidelijk is wanneer wel, wanneer niet, blijven ze dit doen. Als ze iets willen, dan blijven ze muntjes inwerpen. De ervaring leert namelijk dat als je maar lang genoeg volhoudt, je uiteindelijk wint. Maar wat gebeurt er als de situatie dan opeens verandert en de fruitmachine lijkt het niet meer te doen. Bijvoorbeeld wanneer je als ouder besluit het consequenter te gaan aanpakken. En geen strobreed meer toe te geven! Wat gebeurt er dan? De fruitmachine doet het niet meer! Wat doen mensen die heel veel muntjes in de fruitmachine gooien en niks terug krijgen. Ze duwen tegen de kast. Ze slaan er op, of schoppen ertegen. Want het lijkt wel of hij stuk is ofzo. En je wil je muntje terug. Wat als je moeder dan ineens teogeeft? Wat als je door het duwen en slaan, opeens krijgt. De jackpot! Als de jackpot dan komt…..OHHH, dat voelt zoooooo goed! En kinderen leren heel snel wat wel en niet werkt.

Mijn boodschap hier als dit gebeurd wanneer je besluit dat het echt heel erg nodig is om duidelijker te zijn in je grenzen: Geef nooit de Jackpot!!!

In het geval van de kinderen die niet naar huis willen. En wat doe je dan? Geef je je grenzen aan, of geef je ze de jackpot? Laat je ze spelen en geef je toe, of ben je de ouder die heel goed kan begrenzen. Soms te erg goed. Je kapt het spel af zonder dat je dat door hebt. Midden in de betovering van het spel en de fantasie, wordt bruut ingebroken. ‘We gaan nu naar huis’. De kinderen worden uit het spel gerukt en vertonen geen enkele weerstand. Heel consequent, maar welke boodschap geef je ze mee? Hoe belangrijk vind je hun spel?

Volgens mij is er een tussenweg; niet toegeven, maar ook niet wegrukken uit het spel. Planning en vooruit denken is belangrijk. Kinderen hebben ook tijd nodig om even hun spel af te ronden. Je kunt op tijd aangeven wanneer je gaat, zodat ze even af kunnen maken waar ze mee bezig waren.

Je kunt ook zeggen: “Je mag nog 3 dingen doen en daarna gaan we naar huis”. Als je hier een beetje aan gewend raakt, zul je steeds makkelijker van te voren aangeven wat er gaat gebeuren, waardoor de overgangen van de ene activiteit naar de andere wat soepeler verlopen.

Bedenk wel hoeveel tijd er nodig is voor drie dingen in dit geval. Overleg het met elkaar. Wat nog wel kan en wat niet meer haalbaar is. Als je kind gaat rekken, zeg je: “Als het te lang duurt, kunnen we geen drie dingen meer doen, dan redden we dat niet meer in de tijd”.

Het is belangrijk om grenzen aan te geven, maar ook om ruimte voor je kind laten om te leren zelf na te leren.

 

Samenvattend:

  1. Wees geen fruitmachine: maak duidelijk aan je kinderen waar je grenzen liggen.
  2. Neem tijd om naar een middenweg te zoeken. Leg even alles neer en kijk rustig even naar wat er speelt.
  3. Probeer vooruit te plannen
  4. Overleg samen, maar geef hierna precies aan wat er gaat gebeuren. 

Voor kinderen is het belangrijk dat ouders de grenzen aangeven. Grenzen geven veiligheid en is beter om daarin duidelijk te zijn. Vaak willen we het liefst gewoon hun beste vriend zijn, maar dat kan niet altijd. De taak om een kind te begrenzen is die van de ouder, zodat kinderen daarvan kunnen leren. Zij leren namelijk ook dat hun grenzen hebben en mogen vertellen.

Als je alles mag en alles mogelijk is, voelt dat vaak onveilig. Met grenzen geef je aan dat je om ze geeft, dat het belangrijk is dat er regels zijn en dat iedereen zich daar aan houdt. Het geeft een samen-gevoel als de regels voor iedereen gelden en duidelijk zijn. Het maakt situaties voorspelbaar en eerlijk.